P1020891Uiteindelijk hebben we vijf nachten in de baai bij Camariñas gelegen. Lekker, een tijdje op dezelfde plek zijn. Dan ga je toch andere dingen doen, dan wanneer je steeds “on the run” bent. De wandeltocht naar cabo Villano van indrukwekkend mooi. Eerst leidde het pad door het bos, maar daarna werd het ruiger, een rotsachtig pad langs de woest opspattende zee en uiteindelijk de berg op naar het lighthouse van cabo Villano, in 1854 gebouwd, een prachtige toren. Daar vonden we een plattegrond van de omgeving met de wandelroutes erop aangegeven en we besloten de tocht te verlengen. Gelukkig konden we er twee tosti’s kopen, daarmee zou de motor wel blijven draaien. De weg vervolgd langs de kust, weer een ander uitzicht op het lighthouse, wauw, wat is die kustlijn toch grillig, maar prachtig mooi. Via de hoogvlakte weer terug door een windmolenpark heen, die hier overal langs de kust uit de grond verrijzen. Rondom de kapen heersen spectaculaire versnellingswinden waar die wieken wel op willen draaien. Uiteindelijk zo’n 20 km gewandeld.

Op het plattegrondje stonden ook andere wandelingen, dus de dag erna erop uit met de fiets. Eerst een uur fietsen, heuvel óooóoop, heuvel afffffffff, heuvel óoóooóop, en weer affffffff. Na een uurtje kwamen we bij een plaatsje bij de rivier waar de baai in feite begint. Langs die rivier liep een mooi niet veel belopen wandelpad. Ineens waanden we ons in een heel andere wereld. De zonnestralen schenen door de bladeren op de insecten die op het wateroppervlak dreven. Soms liepen we langs stroomversnellingen waarin een vliegvisser z’n geluk stond te beproeven. Het was er zo vredig en stil. Na een uur waren we weer terug bij de fietsen en maakten we de tocht de andere kant op, best even werken, maar de bromptons houden zich prima. Eenmaal aan boord het laatste deel van de triatlon: zwemmen in water van 20 graden, hèhè, dat gaat erop lijken. En heel fijn: bij inspectie van het onderwaterschip, zien we geen problemen. Wel een stuk visnet in de schroef, dus dat werd verwijderd.

De wind van een paar dagen geleden is inmiddels gaan liggen en woensdag 31 juli varen we weg, op naar ria de Muros, eindelijk kaap Finisterre voorbij. Volgens de verhalen van andere zeilers en de boeken, begin het weer daarna beter te worden. Eerst wat uurtjes moeten motoren, maar de tweede helft heerlijk gezeild en nog watP1020920 makrelen binnen gehaald. Prachtig om kaap Finisterre te zien liggen met z’n indrukwekkende lighthouse erop. We ankeren die avond in de mooie baai bij Muros waar we met nog zo’n tien andere zeilschepen liggen. We beginnen ons eindelijk vertrekkers te voelen. We vertrouwen volledig op ons anker en slapen als rozen. Ongelooflijk, maar elke nacht slapen we meer dan 9 uur, waar komt dat toch vandaan? Zou het het buitenleven zijn? Ieder geval heerlijk om niet door een wekker te worden gewekt.  We liggen hier perfect en maken er een klusdag van. Monique wast de romp van het schip, Pieter poetst al het rvs aan boord. We verkennen het levendige stadje, en halen bij een slager een stuk runderkotelet, wat met een grote hakbijl en een zaag wordt afgesneden. Hmmm…. doet ons denken aan de film Fast Food Nations die we maandagavond nog zagen….. Maar dat vergeten we weer meteen als ie van de bbq afkomt: LEKKER! Mals, sappig, perfect gebakken. Rood wijntje erbij, nog een worstje toe op advies van de slager, maïskolf erbij en een salade, het leven is weer goed aan boord. Voor het slapen gaan kijken we de film The divingbell and the butterfly, die we van Jaap en Ine hebben gekregen. Een film gebaseerd op een waar gebeurd verhaal van een veertiger die een locked-in syndroom krijgt op basis van een beroerte, knap gefilmd en een aanrader voor al onze collega’s in de zorg!

Vrijdag varen we in de middag naar de tegenover gelegen haven van Portosin, 5 mijltjes varen op de fok. De wind neemt enorm toe in sterkte tot windkracht 6 en aanleggen in de haven is geen sinecure. Zonder schade leggen we de boot tegen de wachtsteiger. We blijven daar mooi liggen, want tegen de avond verwachten we dat de wind zal afnemen. In de uurtjes daarna zien we heel wat boten in de problemen komen tijdens hun aanlegmanoeuvre, met schade aan hun boot of die van de buren. Zo zien we de buitenboordmotor van een schip landen op het voordek van een ander schip na een verhaking.

Tegen achten leggen we onze Déesse schadevrij in een box en maken we de buren weer jaloers met bbq aan boord. We zijn bewust in de haven gaan liggen, met als grootste reden dat we zaterdag een dagje op pad gaan en de boot dan wel zo veilig ligt. We nemen die dag de bus naar het dorp Noia, van waaruit de bus naar Santiago de Compostella vertrekt. Spannend, dit stond altijd al op mijn wensenlijstje! Vanaf het busstation lopen we naar de P1020939binnenstad, waarbij we vanzelf op de weg komen die de pelgrims ook lopen. Overal zien we mensen met bergschoenen, rugzakken en een grote wandelstok in hun hand. Het is een drukte van belang en op het grote plein voor de enorme kathedraal komt iedereen samen. Precies op dat moment is er een mis bezig voor de pelgrims, de kerk is afgeladen vol, overal in de gangpaden zitten de mensen, de rugzakken hoog opgestapeld tegen de muren. Er zijn duizenden mensen binnen, indrukwekkend om mee te maken. Langs de muren staan wel twintig biechtstoelen, waar priesters klaar zitten om je de biecht af te nemen, met een bord erbij in welke talen het er kan. Er wordt goed gebruik van gemaakt, iets wat je bij ons niet vaak meer ziet. Alles gaat er lekker katholiek aan toe, met alle pracht en praal van dien. We begrijpen niet waarom er achter het altaar zo’n rij mensen staat te wachten. Oh, natuurlijk, het is de rij wachtenden die de apostel gaan knuffelen. Bij het bord staat “embrase the apostel” en de mensen lopen 1 voor 1 langs het beeld om er een kus op te geven of hun hand er langs te strijken. Daar sluiten wij maar niet bij aan….

Al met al een heel bijzondere ervaring, zeker om de mis te hebben bijgewoond op dat moment te samen met al die mensen. Bewondering voor hen die er te voet naar toe zijn gegaan. In stilte reizen wij per bus weer terug naar ons schip. Die avond nog varen we weer terug naar onze vertrouwde baai bij Muros.

Het was een stralende dag, die zaterdag. De temperaturen zijn voorbij Finisterre inderdaad een stuk aangenamer en zo ook deze zondag; zonovergoten met zwemwater van 22 graden. Deze dag hebben we op z’n zondags doorgebracht en zo meteen kookt Pieter weer!

 

Voor de bijbehorende foto’s klik hier!