Dag 1: dinsdag 13 mei 2014 vertrekken we om 12 uur ‘s middags uit de baai van Puerto Villamil van eiland Isabella, Galapagos. We worden uitgezwaaid en uitgetoeterd door de schepen die ons weldra zullen volgen. We hebben zin in deze tocht die zo’n mooi doel heeft, maar we vinden het ook spannend. 3000 mijl te overbruggen, bijna een maand op zee als alles voorspoedig blijft gaan. We hebben ieder geval goed ingeslagen qua fruit en groenten en hebben voldoende voorraad aan boord. Na het hijsen van de zeilen, gaat meteen de vislijn uit. Vlakbij land hebben we de grootste kans tenslotte. Na nog geen twee uur hebben we beet en takelen een kleine compacte skipjack-tuna aan boord, anderhalve kilo. Vanavond eten we dus sashimi en gebakken tonijn. Terwijl we nagenieten van de herinneringen aan de prachtige Galapagos eilanden, worden we uitgeleide gedaan door een enorme groep dolfijnen, honderden! Voor zover het zicht reikt, bruist de zee door springende en buitelende dolfijnen, gaaf!! Een waardig afscheid van dit dierenrijk. Zonnetje erbij, een lekker zuidoosten windje en we gaan als een speer. Op weg naar de Markiezen, het paradijs op aarde, de eilanden van Brel en Gaugain.

Dag 2: In feite een saaie dag. De hemel is grotendeels bewolkt, soms wat miezer in de kuip. We zijn allebei wat apathisch, ik mede door de cinnarizine die me voor zeeziekte behoedt. We moeten duidelijk ons ritme nog vinden, zoals altijd aan het begin van een lange tocht. Ik slaap regelmatig een uurtje overdag. Pieter leest wat en ik maak een begin met een sjaaltje voor Stella. De zee is wat onrustig, maar de wind stabiel, zo’n 15 knopen. We komen steeds zuidelijker en krijgen al wat stroom mee. Als het schemerig wordt, stelt Pieter voor dat we de vislijn binnen halen. Ik doe daarom mijn schoenen aan en als ik de laatste veter strik, gaat ineens het visalarm: beet! Dankzij de nieuwe reel (een Penn Squall 35VSW) en de nieuwe hengel is het binnenhalen een fluitje van een cent. Binnen 5 minuten halen we een mahi mahi van 4,2 kilo aan boord. Zo’n grote vis hadden we nog niet eerder gevangen, dat betekent eten voor 4 dagen! Om deze dag mooi af te ronden, openen we een fles port die we in Porto kochten en proosten op de verjaardagen van Christa en Marc. Die smaakt geweldig, bij het licht van de volle maan.

Dag 3: De nacht verliep onrustig door veel verandering in windsterkte en -richting, waardoor we regelmatig moesten reven en ontreven, en de koers vaak moesten bijstellen. Gelukkig is het wolkendek de hele nacht zacht verlicht dankzij de maan. Overdag hebben we allebei meer energie. Er zit veel blauw tussen de wolken en we luchten de boot, controleren fruit en groenten, zuigen de boel, poetsen wat RVS. Ik zie dat de meloen die we kochten een klein schimmelplekje heeft en verdorie, ik zie een gaatje wat me eerder nog niet was opgevallen. Dat betekent waarschijnlijk een worm binnenin. Ik leg de vrucht in het zonnetje zodat hij sneller rijpt, dan eten we hem zo gauw mogelijk op. Inmiddels hebben we ruim een knoop stroom mee. Hierdoor krijgen we ruim 24 mijl per dag cadeau, we maken dagafstanden van zo’n 160 mijl over de grond gemeten. Pieter heeft twee keer per dag een radio-netje. ‘s Ochtends met de Daemon en de Anke-Sophie, ‘s avonds met de Elysium, Anthom, Northstar en Evenstar. De meeste boten zijn wat noordelijker gebleven in het begin van hun tocht en hebben nog niet veel stroom mee. Dat hebben wij dus goed aangepakt, dankzij het voorwerk wat Pieter voor deze tocht heeft gedaan. Stroomtabellen, weerberichten, opiniesites raadplegen en aan de hand daarvan de tocht plannen, dat is Pieter, mijn held.
Alleen op de dag van vertrek hebben we een vissersbootje in de verte gezien. Sindsdien niets meer te zien dan de wijdse zee, overal om ons heen. We zien soms hele velden van vliegende vissen springen, als ze worden opgejaagd door ons schip of een grote vis. Zilver lichten de honderden kleine visjes op in de zon. ‘s Ochtends halen we er vier of vijf onfortuinlijke van het dek. Vandaag ook weer even wat dolfijnen rond de boeg.
Overdag wat windshifts door wat lichte buien, de zee iets onrustig, maar ‘s nachts lekker stabiel weer, zo’n 15 knopen. We hebben een snelheid van circa 6 knopen door het water, dus 7,2 knopen over de grond dankzij de stroom mee. Er zijn nauwelijks golven, dus slaapt degene die van wacht af is, lekker in het achteronder. En omdat er zo weinig te beleven is, kan de dienstdoende dan slaapjes pakken van 25 minuten op de bank met de kookwekker aan z’n zij.

Dag 4, vrijdag 15 mei: Bij de wissel van de wacht om 4 uur ‘s nachts, valt me op dat het niet lekker ruikt in de buurt van de trap. Pieter had het ook al gemerkt. Ach, daar kijken we morgen wel naar. Maar de geur wordt snel penetranter en ineens ziet Pieter het probleem: de meloen. Die had ik bij schemer op een kuipkussentje naast de trap gelegd voor de nacht. Het kussentje was doorweekt, de meloen lekte enorm veel stinkend vocht. En leek hij nou groter dan gisteren? Hij is helemaal zacht geworden en inderdaad wat opgeblazen. Als Pieter hem overboord gooit de donkere nacht in, klinkt het alsof er een basketbal op het water landt. Dag meloen. Hallo stank. Jeetje, alsof het een rotte kip was! Een deel van de nacht ben ik bezig met dweilen. Zodra het licht wordt, wordt het kussen gewassen en de kuip geschrobd. Pas tegen een uur of tien is de geur zo goed als verdwenen. Zo zie je maar, vers fruit aan boord heeft ook z’n nadelen.
Vandaag is een stralende dag, geen wolkje aan de lucht. 15 knopen wind uit het zuidoosten, nog steeds een halfwindse koers dus, relaxed. De zee is rustig, de omstandigheden stabiel. Perfect weer om het klamme beddengoed te luchten en de luiken eens goed open te zetten. Het is 29 graden, de luchtvochtigheid is 66%. Sinds aankomst op de Galapagos hebben we het probleem van schimmel aan boord, onvermijdelijk bij deze luchtvochtigheid, die eerder deze week nog 74% was. Elke dag ga ik de strijd aan tegen de schimmel, doekje langs de plekken op het hout, matrassen omhoog zetten, deurtjes en luiken open om alles te luchten, het helpt maar ten dele. Het vocht kan nergens heen. Nu begrijp ik beter wat medezeilers beschreven als ze het over het schimmelprobleem hadden, liggend op de rivier in Suriname.

De sfeer aan boord is perfect. We hebben het ritme inmiddels alweer helemaal te pakken, we eten elke dag heerlijk en Pieter zit helemaal lekker in z’n vel, volledig in zijn element. Het blauwe water schittert prachtig in de zon en het is zo’n dag vol overpeinzingen. We vinden het heerlijk, nu weer eens even voor langere tijd onderweg te zijn. In feite is het ook een soort rustpunt, in die sneltrein waarin we deze reis zitten met telkens weer andere avonturen en hoogtepunten. Soms komen we tijd te kort om de indrukken te kunnen verwerken en voor we het weten zijn we alweer in een ander avontuur terecht gekomen.
Als de dagen langzaamaan in elkaar over beginnen te vloeien en je niet veel meer hoeft te doen dan het schip en de zeilen aan te passen aan de weersomstandigheden, dan kom je in een andere staat van zijn en heb je tijd om andere gedachten en herinneringen te laten bovenkomen. Zo denk ik soms ineens aan mensen van lang geleden, aan wie ik al jaren niet meer heb gedacht. Hoe zou het met ze gaan, met m’n vriendinnetjes van de basis en middelbare school, met vriendjes van weleer? Hoe was nou ook al weer haar achternaam, van die leuke meid uit m’n studententijd, die ik jammer genoeg uit het oog verloren ben? Ik realiseer me hoeveel mensen ik al op mijn levenspad ben tegengekomen en hoe ieder zijn eigen weg heeft gevonden. En ikzelf? Moet je me nu hier zien zitten, samen met mijn grote liefde op ons schip, bezig met een wereldreis. Wat een voorrecht deze weg te mogen volgen!
En dan nu op weg naar de Markiezen, naar Hiva Oa, het eiland van Jacques Brel. Wauw, hier heb ik jaren van gedroomd en die droom wordt gewoon werkelijkheid! De afgelopen dagen ben ik er helemaal emotioneel van, schiet bij het minste of geringste al in tranen. Ik weet het nog zo goed, ik was dertien toen ik voor het eerst de muziek van Brel leerde kennen en zijn liedjes probeerde te vertalen. Toen ik zeventien was en de zomer als au-pair in la France doorbracht, luisterde ik alle platen van hem, die in het kasteeltje van de Barrots aanwezig waren. En in het begin van m’n studietijd, werd ik een echte fan. Ik las alle boeken over hem, keek video’s en kocht uiteindelijk zijn oeuvre integral. Er is geen Brel-lied dat ik niet ken. In 1975, mijn geboortejaar, vestigde Brel zich op Hiva Oa, een van de Markiezen. In 1978 is hij daar begraven, zijn graf ligt naast dat van Gaugain. En nu, nu zijn we op eigen kiel onderweg naar het eiland van Brel, waar we zijn graf gaan bezoeken. Wat kan een echte fan zich nog meer wensen!
Op de Galapagos hebben we kaarsjes gekocht om erop aan te steken. En natuurlijk ook een namens Jeroen en Mignon!
De zon gaat onder, Pieter serveert net een omelet. Tijd om af te ronden, de wacht weer in te gaan. Op naar dag vijf op de Pacific.