DSC_0102

Op woensdag  25 november halen we Pim ’s avonds van het vliegveld van Durban. We maken van de gelegenheid gebruik om overdag de stad Durban te bezoeken. We wandelen wat door de stad en bezoeken het zee aquarium. Een mega-attractie met de verplichte zeehonden-,  pinguïn- en dolfijnenshows, maar met vooral ook prachtige enorme waterbakken met grote collecties oceaanbewoners. We brengen er een paar heerlijke uren door.

Inmiddels is het duidelijk dat er vanaf zaterdag een weerwindow is om westwaarts te gaan. Een weerwindow is een periode waarin het weer gunstig is voor eenDSC_0040 passage. Dat betekent wind uit de noordoosthoek en vooral niet uit de zuidwesthoek. Langs deze kust wisselen harde zuidwestenwinden en noordoostenwinden elkaar af. De omslag duurt soms maar een half uur, van windkracht 8 in de ene richting naar windkracht 8 in de andere richting. Langs de kust staat een sterke stroming, de Agulhas-current, in zuidwestelijke richting.  In combinatie met zuidwestenwind zorgt dit voor gevaarlijke monstergolven, waaraan al vele jachten en zelfs vrachtschepen ten onder zijn gegaan. We zoeken dus een weerwindow van wind uit de noordoosthoek. Samen met de stroom staat dit garant voor  een snelle overtocht. Weerwindows duren meestal 1 tot 3 dagen. Het weerwindow van zaterdag ziet er goed uit, met een verwachte duur van 3 dagen.

DSC_0077Donderdag nemen we Pim nog even mee naar het Umfalosi-Hluhluwe gamepark. We rijden er de hele dag rond en de aanwezigheid van Pim brengt duidelijk geluk: we zien 3 kuddes olifanten, een pasgeboren olifantenjong, vele rhino’s met ook zogende kleintjes, veel zebra’s, bavianen en meerdere giraffen. We kijken alle drie onze ogen uit.

P1090994

P1100027

Vrijdag is gereserveerd voor het uitklaren. Helaas is het in Zuid Afrika nodig om in iedere haven volledig in en uit te klaren. Dus in iedere haven moet je langs marina-office, immigration, customs en harbourpolice voor je weer verder kunt. En als je dan pech hebt omdat het window zich toch niet goed ontwikkelt, dan kun je een paar dagen later het hele circus opnieuw langs. En natuurlijk zitten die kantoren niet aan de haven, maar op verschillende plaatsen in de stad. Aan het eerste loket, bij de marina-office, voorspelt de vriendelijke dame niet veel goeds: “be patient, it will be a nightmare”. Maar het valt alles mee. Met onze huurauto gaan we alle kantoren langs en overal staan we na 5 minuten weer buiten.

De volgende ochtend, zaterdag, varen we naar buiten, op de motor, want er is nauwelijks wind. De barometer heeft een top van1026 hp bereikt en zal weer gaan dalen, de noordoostenwind zal snel volgen. Maar er staat nog een forse deining uit het zuidwesten. Golven op de kop dus. Zodra we de Agulhasstroom bereiken krijgen we 2 en later 3 knopen stroom mee. Maar de golven worden daardoor hoog en steil, waardoor er een zeer oncomfortabele zeegang ontstaat. Het voelt alsof we in een wasmachine zitten. En dat op de eerste dag na zo’n 3 weken aan de kant, dat is best even pittig, en de grijze luchten en buien maken het extra onaangenaam. Voor Pim is het al helemaal heftig, die zeilde alleen nog maar op het IJsselmeer. Hij toont zich een echte vent, maar aan het eind van de dag gaat zijn lunch wel naar de vissen. In de loop van de avond en nacht neemt de noordoostenwind geleidelijk toe en kan er volop gezeild worden.

DCIM100GOPROG0029808.Op zondag neemt de wind toe tot ruim 30 knopen. Het lukt ons goed om de Agulhasstroom te volgen. We doen dit aan de hand van actuele stroomkaarten (gedownload via de SSB-radio), en we controleren het door te kijken naar het verschil tussen snelheid over de grond (GPS) en snelheid door het water (log). Tot slot volgen we de watertemperatuur. Midden in de stroom is die boven de 24 graden Celsius, daarbuiten daalt hij snel naar waarden tot onder de 20 graden. Op deze manier realiseren we voor het eerst dagafstanden boven de 200 mijl, en dat zelfs 2 dagen op rij.

We komen ter hoogte van East London en zien dat we, op basis van onze snelheid en de verwachte duur van het window, Port Elisabeth kunnen halen, 130 mijl verder naar het westen.

Maandag is een superdag. De wind is afgezakt naar een aangename 25 knopen (windkracht 6), de deining uit het zuidwesten heeft plaatsgemaakt voor vrij vlakke golven van achter, overdag schijnt de zon, ’s nachts hebben we eerst een prachtige sterrenhemel en daarna een mooie halve maan. We hebben 3 tot 4 knopen stroom mee. Dit is zeilen op zijn mooist en ook Pim geniet met volle teugen. Met zijn drieën drinken we een sundowner op het voordek. Graag hadden we die dag natuurlijk nog dolfijnen rond de boot gehad, een walvis gespot, of een mooie vis aan de lijn, maar het is ook goed dat er nog wat te wensen overblijft.

Laat in de avond varen we de Algoa baai in, waaraan Port Elizabeth ligt. Eerst zien we de kuststrook oplichten, maar plotseling wordt de stad volledig aan het zicht onttrokken door zeer dichte zeemist. Het zicht is minder dan 50 meter. De radar wordt bijgezet. Er liggen wat schepen voor anker, er zijn gelukkig geen varende obstakels. We roepen port-control op om toestemming te vragen om binnen te lopen. Tot onze opluchting melden ze dat het zicht in de haven 500 meter bedraagt. Dat is een meevaller, het is geen pretje om een drukke commerciële haven binnen te varen bij slecht zicht.

Bij het aanvaren van de havenmond zien we de golfbrekers pas op het laatst, maar inderdaad, even later is de mist vrijwel volledig weg, hebben we weer goed zicht om ons heen en een prachtige sterrenhemel daarboven.

In de zuidwesthoek van het grote havencomplex is een kleine jachthaven. Recht onder de rook (en het stof!) van de kolenterminal. We weten al dat de jachthaven vol is, maar dat er waarschijnlijk plaats is naast jachten die aan de visserijkade liggen. Om 02.15 uur meren we af naast de Pelagie, de catamaran van de Nederlanders Hanneke en Nils, die we in Richards Bay ontmoet hebben.

We hebben in 65 uur 507 mijl afgelegd, een gemiddelde van 7,8 knopen. Met dank aan de Agulhas stroom, die bijna een derde van de afstand voor zijn rekening nam.

Schermafbeelding 2015-12-01 om 21.34.07