P1030813

Onze tocht naar de Azoren is een heel andere dan alle andere grote oversteken. Bij de eerste oversteek van de Atlantische oceaan, nu 3 jaar geleden, en ook bij de oversteken van de Pacific, Indian Ocean en Zuidelijke Atlantic, voeren we steeds in de passaatwinden, aan weerszijden van de evenaar. Winden die vrij voorspelbaar zijn qua kracht en richting, en altijd hadden we daarbij de wind min of meer van achteren. Bij de tocht van Ascension naar de Carieb, over de Zuidelijke en Noordelijke Atlantic maakten we eerst de zuid-oost passaat (op het zuidelijk halfrond) en later de noord-oost passaat mee. Daar tussenin moesten we de doldrums (ITCZ) met heel lichte winden passeren. Bij het verlaten van Antigua speelde de noord-oost passaat ons nog parten, maar inmiddels zijn we zover naar het noorden opgeschoven dat we buiten de passaatgordel zijn gekomen. We zijn nu in een overgangsgebied tussen de noord-oost passaat (ten zuiden van ons) en de westelijke winden van de meer noordelijke breedtes, aangejaagd door depressies (lage drukgebieden) die van west naar oost trekken.
De winden tussen onze huidige positie en de Azoren worden voor een belangrijk deel bepaald door de ligging van het “Azoren-Hoog”, een hoge-druk gebied dat zich in voorjaar en zomer vaak in de nabijheid van de Azoren ophoudt. Rond een hoge-drukgebied (H) waaien de winden kloksgewijs, dus ten noorden ervan westenwind en ten zuiden oostenwind. In de zomer is het Azoren-hoog vaak de motor voor de zuidwestenwinden die naar Europa waaien en medebepalend voor het weer bij ons in Nederland. Wij zijn nu grofweg 1000 mijl ten westen van de Azoren. Je kunt je voorstellen dat wij het Azoren-hoog liever ten zuiden van de Azoren zien (dat betekent westenwind, van achteren), dan ten noorden ervan, want dat zou tegenwind betekenen. De hele tocht staat dus in het teken van het in de gaten houden van dat Azoren-hoog en de verplaatsing ervan. We proberen ons noord-west van het hoog te manoevreren, in de zuidwesten wind. Maar niet te ver noordelijk, want dan komen we te dichtbij de lage-druk gebieden met hun stormen. Dagelijks, soms tweemaal daags, halen we met de SSB-radio de gribfiles binnen, eentje gedetailleerd voor de korte termijn, en een grovere voor een periode van twee weken, waarvan de betrouwbaarheid natuurlijk een stuk lager is. We zijn tot nu toe niet ontevreden. We hebben inmiddels de zuid- tot zuidwesten winden te pakken en het ziet er voor de komende week gunstig uit. Het H komt zuid van de Azoren te liggen, precies waar we het willen hebben. We moeten alleen oppassen voor de stormdepressies die noord van ons langstrekken, dat we daar ver genoeg vandaan blijven. Lange windstille periodes, vaak een kenmerk van deze passage, lijken ons gespaard te blijven. De extra ingeslagen diesel zullen we niet nodig hebben.
Vrijdag 6 mei, dag 5: Een feestdag! Anne ons kleinkind is vandaag 1 jaar geworden. We hadden van te voren al een viedeoboodschap gestuurd en bellen ‘s avonds ook nog even met de blije moeder. Zelf hebben we ook wat te vieren: het koperen jubileum van onze eerste kus. Ja, wij vieren graag alles! In Nederland is het met ruim 25 graden plots zomers. Hier hebben we juist te maken met dalende temperaturen en fors toenemende wind uit OZO. Af en toe worden we nat van een bui, maar eigenlijk de hele tijd door zoute spray die opgeworpen wordt als de Deesse tegen de inkomende golven van de wild geworden zee beukt. We vallen wat af, naar een meer noordelijke koers, om het allemaal wat draaglijker te maken. Later zal de wind weer ruimen, dus we mogen nu best wat hoogte verliezen. De boot gaat flink tekeer en het voelt als topsport om in de kuip en in de boot overeind te blijven zonder overal blauwe plekken op te lopen. Er spoelt regelmatig zeewater over het dek en af en toe slaat er een golftopje in de kuip. Wat fijn dat Monique gisteren al met een vooruitziende blik voor een paar dagen heeft gekookt. In de keuken staan is nu een hele opgave en gelukkig hoeven we nu alleen op te warmen. ‘s Nachts neemt de wind toe tot 30 knopen, windkracht 7. We slapen matig door het vele lawaai.
Zaterdag 7 mei, dag 6: De wind houdt aan, maar vandaag staat er een zonnetje bij en dat maakt het allemaal een stuk draaglijker. Mede door stroom mee maken we deze dag een topafstand van 166 mijl.
Zondag 8 mei, dag 7: De wind neemt wat af. Ik rol enthousiast de genua een stukje uit, maar zie bij het trimmen een horizontale scheur op eenderde van de top. Shit, niet weer! We kijken niet met heel veel plezier terug op ons 10 uur durende naaiklusje aan het grootzeil, 2 maanden geleden. Ook nu gaat het om een opengebarste naad tussen 2 banen zeildoek. We rollen de genua in tot voorbij het letsel, waardoor er maar een zielig driehoekje overblijft. Erg jammer, juist nu de wind aan het afnemen is, maar het waait echt nog teveel om de genua er, zonder risico op meer schade, al af te halen. We bellen onze moeders (moederdag) en proosten ‘s avonds op hun gezondheid.
Maandag 9 mei, dag 8: De wind is verder geruimd en afgenomen. De snelheid laat te wensen over, we zeilen immers noodgedwongen met een mini voorzeiltje. ‘s Middags waait het zo weinig dat we de genua durven te strijken. Gelukkig staan voorlijk en achterlijk nog. Dat maakt het strijken, en straks ook de reparatie makkelijker. Waarom hebben in Martinique eigenlijk alleen de naden van het grootzeil laten overstikken en niet ook die van de genua, vragen we ons af. Vooral omdat de genua 2 jaar jonger is en het zeil nooit de stagen raakt, dus we dachten dat het garen van de genua dus nog wel een tijdje mee kon. Verkeerde inschatting dus!
We installeren een draad boven de kuip, slepen de genua er naar toe en hangen de top van het zeil over de draad heen, zodat we de scheur in het zeil op ooghoogte hebben als we aan weerszijden op de kuipbanken zitten, het zeil tussen ons in. De een steekt de naald erin, de ander pakt hem aan de andere kant aan enzovoorts. Anderhalve meter, en dat 4 keer, tweemaal om de naad te approximeren, tweemaal om de dubbele zigzag in te steken. Af en toe een vloek als we elkaar in de vingers prikken. Maar het gaat heel vlot en na 3 uur is de klus geklaard. Om 6 uur ‘s avonds staat het zeil weer en is het 100% inzetbaar. Ondanks de reparatie hebben we toch nog nog 133 mijl afgelegd. ‘s Avonds worden we getrakteerd op een prachtige avondhemel. Die zijn hier vaak toch mooier dan in de tropen.

P1030799
Dinsdag 10 mei, dag 9: Nog steeds weinig wind. We varen met de genua uitgeboomd, de wind vrijwel van achteren. Het is rustig weer, de hemel is strakblauw en het comfort is weer helemaal terug, zo anders dan een paar dagen geleden. We kunnen weer lezen, doen een was en hangen die tussen mast en achterstag te drogen. We zitten noordelijker dan de Gallinago en Iona, die net als wij naar de Azoren varen. Wij hebben net wat meer wind dan zij, en we zijn trots op onze tactiek. De vooruitzichten voor de komende dagen zijn uitstekend. Het Azoren-hoog waar we het willen hebben en een fraaie wind all-the-way tot de Azoren. Nu maar hopen dat deze vooruitzichten min of meer zullen kloppen.P1030942